28 juni 2016
Behoud Oostkerk
De Oostkerk in Middelburg is uniek in Zeeland en moet behouden worden. Om die reden hebben de SGP, ChristenUnie en CDA vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten.
De Oostkerk in Middelburg is uniek in Zeeland onder andere door zijn acht hoeken en de markante koepel, maar ook door het De Ryckere-orgel. Genoemde kerk wordt tot nu toe gebruikt voor de zondagse erediensten door de Protestantse Gemeente Middelburg (PGM). Deze gemeente heeft, met name om financiële redenen besloten om diverse kerkgebouwen af te stoten, waaronder de Oostkerk per 1-1-2017. SGP, ChristenUnie en CDA vinden het belangrijk voor Zeeland dat de markante Oostkerk behouden blijft. Mede omdat deze kerk behoort tot de top 100 van meest bijzondere Rijksmonumenten.
De PGM is een aantal jaren actief met onderzoek naar de mogelijkheden van overdacht van de kerk aan een organisatie/stichting. Hierbij is de Vereniging Hendrick de Keyser bereid gevonden de Oostkerk over te nemen, maar daarvoor dient dan wel een fonds gevormd te worden om exploitatie en onderhoud in de toekomst mogelijk te maken. Enige jaren geleden is de kerk gerestaureerd, zodat het een goed onderhouden gebouw is zonder onderhoudsachterstanden.
Hendrick de Keyser geeft aan dat met het fonds de garantie gegeven wordt voor een dekkende exploitatie en een permanent onderhoud. De PGM wil zelf substantieel bijdragen in het fonds. Maar vraagt ook een gelijke eenmalige bijdrage van gemeente Middelburg en de Provincie Zeeland. Het aanbod van Hendrick de Keyser lijkt dus een unieke oplossing om de Oostkerk voor Zeeland structureel te behouden. Door Vereniging Hendrick de Keyser is een gebruiksrapport opgesteld waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden de Oostkerk heeft en welke activiteiten in deze kerk georganiseerd kunnen worden. In de cultuurnota welke in juni 2016 is vastgesteld door Provinciale Staten wordt het volgende gesteld:
‘In het kader van de brede herbestemmingsopgave willen wij ons de komende jaren inzetten om de monumenten uit de meest kwetsbare categorieën (religieus erfgoed, agrarisch erfgoed en industrieel erfgoed) een nieuwe functie te geven. Gebruik is immers de beste garantie voor instandhouding van een gebouw. Dit dient te gebeuren in nauwe samenhang met andere beleidssectoren zoals toerisme, economie, ruimte, duurzaamheid en wonen. Wij kunnen hierbij stimuleren dat er een dialoog plaats gaat vinden tussen eigenaren, experts, creatieven, gemeente en bewoners over potentiële nieuwe functies van leegstaande karakteristieke gebouwen. Binnen de genoemde categorieën willen wij de beeldbepalende (rijks)monumenten selecteren en daar ons beleid op richten.’
Naar het idee van de SGP, ChristenUnie en CDA past de Oostkerk precies in de hierboven weergegeven alinea uit de Beleidsnota Cultuurbeleid 2017-2020. Om die reden zijn de volgende vragen gesteld:
1. Welke kerken/beeldbepalende objecten voldoen aan het genoemde in de cultuurvisie?
2. In hoeverre is het college bekend met de vraag van de PGM?
3. Heeft het college kennis genomen/studie gemaakt van het gebruikersrapport van Vereniging Hendrick de Keijser? Zo nee, waarom niet. Zo ja, wat is uw reactie hierop.
4. Acht het college de voorgestelde exploitatieopzet realistisch?
5. Is het college het met de SGP-, ChristenUnie- en CDA-fractie eens dat het verzoek van de PGM omtrent de Oostkerk past bij datgene wat in de cultuurvisie is beschreven en vastgesteld? Zo nee, waarom niet?
6. Kunnen wij van het college verwachten dat er op korte termijn constructief overleg met de PGM over de Oostkerk plaats zal vinden om te komen tot een gezamenlijke oplossing om de Oostkerk te behouden? Wat gaat het college hiervoor doen?