15 november 2024
Realisme in de energietransitie
In het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 zijn er door landen wereldwijd afspraken gemaakt om klimaatverandering te beperken. De manier waarop de energie wordt opgewekt, is een belangrijk onderdeel om klimaatverandering te beperken. In 2020 is er een plan gemaakt door de provincie Zeeland hoe de energieopwekking verbeterd kan worden in Zeeland. Dit plan wordt de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 genoemd. Omdat er ondertussen veel is veranderd, is er een nieuw plan nodig. Dit wordt RES 2.0 genoemd. Vandaag is er een debat geweest over de RES 2.0 in de Provinciale Staten, waarbij onze bijdrage door Harold van de Velde is verwoord.
In de commissie is er een uitgebreid en goed inhoudelijk debat geweest over RES 2.0 en het college heeft duidelijke antwoorden gegeven op vragen die de SGP heeft gesteld. In deze Statenvergadering zou de SGP nog drie punten aan de orde willen brengen die uit de beantwoording van het college voortvloeien.
Realisme
Het eerste punt gaat over realisme versus ambities en doelstellingen. Terugdenkend aan 2020, toen Provinciale Staten nog vergaderden in een bijzondere zaal door corona, is te zien hoe snel de wereld is veranderd vergeleken met nu. Dit is met name te zien bij de energietransitie. Dat geeft ook aan dat al het beleid wat de provincie nu maakt, over twee jaar weer compleet anders kan zijn. Daarom roept de SGP het college op om met enig realisme te kijken naar de plannen die elke keer weer op papier gezet worden. De energietransitie moet voor iedereen mogelijk zijn, het is van belang dat het college daar op blijft letten. Hier zit namelijk wel het verschil. Mensen met een dikke portemonnee hebben de mogelijkheid om te investeren in zonnepanelen en een zonneboiler. Mensen die echter heel weinig te besteden hebben en hun hoofd boven het water moeten houden om boodschappen te kunnen betalen, denken er niet aan om al die investeringen te doen. Dat moet niet vergeten worden. Mensen die de beslissingen hierover maken, hebben vaak niet door wat de financiële consequenties zijn voor mensen die weinig te besteden hebben. Daarom is voorzichtigheid nodig over maatregelen met betrekking tot de energietransitie. Dit is precies de brug naar het tweede punt over energiebesparing.
Besparingen
Er kan namelijk nog veel bespaard worden. Wanneer op het nieuws komt dat het een zonnige, winderige dag is, kan het energieoverschot motiveren om energie te verbruiken. Dat is precies de verkeerde prikkel. Over de hele dag en nacht doorgekeken, kan er zoveel bespaard worden. En besparing leidt ook gewoon tot vermindering van kosten. Gelukkig staat er in de RES 2.0 dat besparing begint bij de eigenaar van een woning. Wat kunnen mensen zelf doen? Dat geldt ook voor bedrijven. Wat kunnen bedrijven zelf doen om te besparen? Dat gebeurt nog veel te weinig. Het is dus nodig om niet alleen plannen te maken om nog meer energie op te wekken, maar ook dat er plannen gemaakt worden om te besparen en er tips gegeven worden aan burgers hoe zij kunnen besparen. Het zit namelijk soms in hele kleine dingen.
Zeeuwse landschap
Dan als derde het behoud van het landschap. Dit is een zeer aangelegen punt voor de SGP. De SGP is het college dankbaar dat dit punt expliciet is aangebracht in de RES 2.0. Soms wordt er vergeten wat er allemaal op Zeeland afkomt en wat er al in Zeeland onder en boven de grond ligt als het gaat om energie. Er moet heel veel en snel, men wil bijvoorbeeld stappen overslaan in vergunningstrajecten. Er moet voorkomen worden dat er over 10 tot 20 jaar bij leven en welzijn geconcludeerd wordt dat er bij de energietransitie meer rekening gehouden had kunnen worden met het Zeeuwse landschap. Dus hopelijk gaat het college niet te snel en kijkt het ook naar het belang van bedrijven in de energietransitie. Het belang van het Zeeuwse landschap mag absoluut niet vergeten worden!