20 oktober 2023

Verbeter het Zeeuwse ganzenbeleid

In 2022 heeft de Provincie Zeeland een evaluatie uit laten voeren naar het ganzenbeleid en faunaschadebeleid van de provincie. Er wordt onderscheid gemaakt in trekganzen en standganzen. Het rapport concludeert dat de zomeraantallen van broedende ganzen toeneemt. Het aandeel standganzen dat ook in de winter in de provincie verblijft, is toegenomen. Voor Grauwe Ganzen gaat het inmiddels om 45% van dieren die in de winter aanwezig zijn. De schade neemt ook elk jaar toe: in 2022 keerde BIJ12 ruim 1,5 miljoen euro uit waarvan het grootste deel door ganzen komt.

Met een eenvoudig populatiemodel is bepaald dat zowel voor Grauwe Gans als voor Brandgans de populatie sterk had moeten afnemen bij de afschotaantallen die jaarlijks zijn behaald. Ondanks het uitgevoerde populatiebeheer nemen beide populaties verder toe. De provincie heeft als doel om de feitelijke, getaxeerde schade veroorzaakt door standganzen terug te brengen tot het schadeniveau van respectievelijk 2005 voor de Grauwe Gans, 2011 voor de Brandgans en schadeniveau nul voor de Canadese Gans. De doelstelling is niet behaald. Dit geldt zowel voor de schade die de ganzen hebben veroorzaakt in de zomer (de tweede snede) als het aandeel dat standganzen bijdragen aan de schade in de winter (de eerste snede).

De evaluatie geeft aan dat de aantallen worden overschreden om tot een goede schadebeheersing te komen. Het lukt dus niet om de standganzenaantallen te beheersen en beoogde streefstanden te bereiken. Omdat de procedure van schademelding en aanvragen van tegemoetkoming door sommige agrariërs als complex en bureaucratisch wordt ervaren, komt niet alle schade in beeld. Er zijn geen automatische taxaties in de ganzenrustgebieden: het initiatief voor het aanvragen van een schadetegemoetkoming ligt bij de agrariër. In andere provincies is dat wel het geval.

Het college van Gedeputeerde Staten heeft in een brief d.d. 27 september 2022 aangegeven de conclusies uit het rapport te onderschrijven en de volgende aanbevelingen te onderschrijven:

  1. Verduidelijk aan alle partijen dat er een onderscheid is tussen winterganzen (waarvan de aantallen en schade stabiel zijn) en standganzen (waarvan de aantallen en het schadeaandeel toenemen) en dat de beperkte effectiviteit van het beheren van standganzen het belangrijkste knelpunt van het Zeeuwse ganzenbeheer is. 
  2. Blijven werken aan een gerichte aanpak van de populatiegroei van standganzen, wetende dat ingrijpen op de adulte populatie effectiever is dan op eieren en nesten. 
  3. Maak de procedure voor het aanvragen van schadetegemoetkomingen eenvoudiger en ondersteun aanvragers hier bij. 
  4. Organiseer weer, zoals tot voor kort gebeurde, regionale ganzenoverleggen voor terreinbeheerders, agrariërs en jagers.
  5. BIJ12 voert namens de provincies onderzoeksprojecten uit naar faunaschade en het voorkomen daarvan. Draag de opgedane kennis gericht uit naar de betrokken partijen die met faunaschade te maken hebben.

De SGP en BBB willen graag weten hoe ver het inmiddels staat met de uitvoering van deze aanbevelingen. Uit de praktijk horen we namelijk terug dat er nog weinig verbeteringen in het ganzenbeleid en faunaschadebeleid worden ervaren. De doelen die zijn gesteld om minder standganzen in onze provincie te hebben, dienen zo snel mogelijk behaald te worden. SGP en BBB vragen om actie van het provinciebestuur.

Vragen:

1. Kunt u per aanbeveling aangeven hoever de uitvoering staat?

2. Vorig jaar heeft de SGP gevraagd om een gebruikersgroep in te stellen om met mensen uit de praktijk op te halen welke quick-wins t.a.v. de (gebruiks-)vriendelijkheid van de regeling er doorgevoerd kunnen worden. In de commissievergadering van 2 december 2022 heeft de gedeputeerde hierop positief gereageerd en zou de commissie informeren zodra de gebruikersgroep van start gaat. Wat is de stand van zaken? Indien de gebruikersgroep nog niet is gestart, wat is hier de reden van?

3. Bent u bereid om automatische taxaties ook in onze provincie in te stellen? Op deze manier komt er een taxateur langs als agrariër binnen een foerageergebied zit zonder dat de grondgebruiker een melding heeft gedaan bij BIJ12, ook na 1 april. Dit scheelt veel administratieve handelingen voor de agrariër.

4. Ons komen signalen toe dat als er een vinkje verkeerd staat, het verzoek wordt afgewezen en het behandelbedrag van €300,- niet wordt teruggestort. Hoeveel keer is er een aanvraag afgewezen door deze menselijke fouten? In hoeverre hanteert BIJ12 de menselijke maat bij de administratieve processen van schadeafhandeling via het computersysteem en wat kan BIJ12 doen om dit te voorkomen?

5. Op dit moment is het eigen risico voor faunaschade 5% met een minimum van €250 euro. Uitzondering is schade die is aangericht in een ganzenrustgebied in de periode dat de schadeveroorzakende diersoort niet mag worden verontrust en gedood; schade die is aangericht in een Natura 2000-gebied in de periode van 1 november tot 1 april; schade die is aangericht door de wolf. Wat is de reden van dit percentage?

6. Is het college van GS met ons van mening dat de regelgeving rondom faunaschade vereenvoudigd dient te worden in plaats van ontmoedigd? Welke stappen gaat u hier concreet op ondernemen?

7. Is het college van GS met ons van mening dat de voortdurende stijging van faunaschade niet houdbaar is en het daarom van belang is om het ganzenbeleid conform de evaluatie verder aan te scherpen zodat er minder schade optreedt?

Hoogachtend namens de Statenfractie van de BBB en SGP,

C.H.J. (Kees) Hanse

J. (Harold) van de Velde