29 juni 2015

Vragen n.a.v.onderzoeksrapportage interne projectorganisatie Sloeweg

In juni 2015 is door het onderzoeksbureau Necker van Naem een rapportage uitgebracht waarin de interne projectorganisatie m.b.t. de Sloeweg onderzocht wordt. De belangrijkste conclusies van dit rapport zijn:

  1. Het budget van 100 miljoen euro dat voor het project werd uitgetrokken heeft gefunctioneerd als symbool in plaats van als instrument van beheersing;
  2. De projectorganisatie was niet stevig genoeg voor het project N62 (Sloeweg);
  3. Het project ontbeert stevige control;
  4. De samenwerking tussen de ambtelijke organisatie, GS en PS kent belemmerende fixaties;
  5. Gebrekkige informatievoorziening en verantwoording leidt tot te laat ingrijpen;
  6. De huidige (organisatie)cultuur biedt geen ruimte voor professioneel tegenspel.

Op basis van het onderzoek zijn door Necker van Naem ook enkele aanbevelingen gedaan:

  1. Investeer in organisatiecultuur. Politiek primaat, maar wel ruimte voor professioneel tegenspel van ambtenaren;
  2. Onderken en bespreek de rol van bestaande fixaties. Meer open omgangsvormen tussen GS, PS en ambtenaren;
  3. Versterk structurering projectmatig werken;
  4. Stel een kader voor grote projecten op;
  5. Organiseer momenten van politieke reflectie in grote projecten;
  6. Neem project-control serieus;
  7. Versterk de externe oriëntatie.

Naar aanleiding van deze conclusies en aanbevelingen heeft de dhr. Roeland van de SGP een aantal vragen gesteld aan de onderzoekers.

Kan aangegeven worden hoe het politieke primaat de ontwikkeling van dit project negatief beïnvloed heeft?

Antwoord Necker van Naem: ‘’Wij hebben ons verbaasd over de grote betekenis die het bedrag van 100 miljoen voor u heeft gekregen. U heeft niet aan GS om een onderbouwing/berekening van dit bedrag gevraagd. In de organisatie is een kramp gekomen, omdat het voor die 100 miljoen moest gebeuren. Met de kennis van nu weten we dat die 100 miljoen een te groot politiek woord is geweest. De politiek gaat over waarde-toedeling, niet over techniek. Dat moet aan de professionals overgelaten worden.’’

In de collegeperiode die nu bijna ten einde is, is werk gemaakt van een cultuurverandering. Heeft u als onderzoeker een opvatting over de cultuurverandering als zodanig? Een opvatting over de wijze waarop dit tot dit moment gefunctioneerd heeft? Is deze verandering een basis voor verdere verandering? Kan nog wat duidelijker aangegeven waar die uit zou moeten bestaan?

Antwoord van Necker van Naem: ‘’U moet robuuste ambtenaren krijgen die het leuk vinden om te werken voor Zeeland. Ze moeten van Zeeland houden. Het is heel belangrijk dat ze transparant zij en dat er een goede vertrouwensrelatie is tussen ambtenaren en gedeputeerden. U heeft veel te doen om dat te bewerkstelligen. Er moet blijvend gewerkt worden aan die cultuur. Een Haags gezegde luidt: het ontslag van de minister is de zweepslag van de ambtenarij. De zweepslag van de ambtelijke dienst is een kans die u zou moeten aangrijpen.’’

 

Vragen aan de Gedeputeerde:

Allereerst is het positief dat het College dit rapport omarmt. Dat betekent nogal wat voor de toekomst. De vraag is wat het college nu gaat doen. In de brief van GS wordt aangegeven dat er een vervolgtraject komt voor 1 oktober. Goos Roeland: ‘’Ik had liever gezien dat GS met een plan van aanpak was gekomen. Dan hadden Provinciale Staten daar wat van kunnen vinden.’’   

Antwoord Gedeputeerde: ‘’Het zal even tijd nodig hebben om te bekijken hoe het vervolg eruit zal gaan zien. Daar is eerst meer onderzoek voor nodig. We moeten eerst weten waar de ‘angstcultuur’ vandaan komt en handvatten vinden om het aan te pakken.

Als het gaat over de cultuur binnen de organisatie dan schrijft het College dat men daar mee bezig is. Dit klinkt alsof het vanzelf goed komt als men daar mee doorgaat. Een cultuurverandering is echter niet van de ene op de andere dag te realiseren. De onderzoekers van Necker van Naem spreken van een zweepslag voor de ambtelijke organisatie. Hoe kijkt het College daar tegenaan?

Antwoord Gedeputeerde: ‘’Het is niet zo dat alles verkeerd gegaan is. De Provincie heeft ook veel projecten gerealiseerd die wel goed gegaan zijn. Dit project is fout gegaan, flink fout. De rapportage van Necker van Naem is onthutsend. Die cultuur die hier heerst, is een cultuur die komt vanuit het sectorenmodel uit een veel plattere organisatie en integraal werken. Daar moet goed op gelet worden. Dat is hetgene wat de nieuwe projectdirecteur meekrijgt.’’

Wordt er door GS ook over nagedacht om straks met het vervolgtraject ook extern te laten toetsen hoe het met de cultuur is?

Antwoord Gedeputeerde: ’’Aan de projectdirecteur moet meegegeven worden dat het verstandig is om regelmatig extern te laten toetsen. Het zou zeker goed zijn om iemand van buiten met een frisse blik te laten kijken of het allemaal goed gaat.’’

Volgens fractievoorzitter Roeland is het wel belangrijk dat als er maatregelen genomen worden met betrekking tot de ambtelijke organisatie, PS daarover geïnformeerd word.