4 november 2016
Waterdunen; niet iets om bij te lachen
Statenlid Van Burg vertelde in zijn bijdrage over het Statenvoorstel Waterdunen dat het een onderwerp is waar we niet bij lachen. De SGP heeft ooit schoorvoetend met dit plan ingestemd.
Een van de belangrijkste redenen om toen met dit plan in te stemmen, was dat het Rijk anders zelf op andere plaatsen zou gaan ontpolderen. Polders in Zuid-Beveland, bij Terneuzen etc. zijn genoemd. En dan was er geen enkele toegevoegde waarde. De fractie heeft toen ingestemd met daarbij een fors aantal aangenomen moties en amendementen, door de SGP opgesteld, om dingen bij te sturen.
Inmiddels zijn we verder. Het project is na een moeizame start vlot getrokken. Allerlei juichverhalen. Niets bleek minder waar. Een jaar geleden kwam naar voren dat er mogelijk 3 miljoen euro te kort zou zijn. Niet geheel onverwacht voor de SGP. De fractie heeft de afgelopen jaren namelijk regelmatig vragen gesteld. Het antwoord van het College was meestal dat het opgelost zou worden en/of niet aan de orde was. Inmiddels is duidelijk dat het tekort 7,4 miljoen euro is. Statenlid Van Burg: ‘’Het is in dit College te prijzen dat ze dit nu inzichtelijk hebben gemaakt.’’ In feite is het een resultaat van het niet 'in control' zijn in de afgelopen jaren. Dat blijkt. De fractie betreurt het dat het zo gelopen is. Helaas is dit echter niet meer terug te draaien. Het College tracht nu terug ‘in control’ te komen. Gedeputeerde Staten stellen voor om in 2018 het project af te sluiten en het project af te ronden. Er blijven half-open eindjes over na die datum. Die zijn grotendeels in beeld. De fractie wil wel graag van het College weten hoe men deze half-open eindjes voor die tijd gaat afronden en afhechten.
Gezien het verleden van dit project heeft de SGP geen behoefte om nu nog allerlei extra's toe te gaan voegen. De provincie heeft haar handen vol aan het afronden van de werkzaamheden die we moeten doen, en moet zich daarop concentreren. En daar moeten we het bij laten. Geen frivoliteiten.