Energie

Het gebruik van fossiele brandstoffen en de uitstoot van CO₂ moeten worden teruggedrongen. We hebben in te korte tijd te veel voorraden fossiele brandstoffen verbruikt. Daarnaast leven we met veel mensen in een kleine, vruchtbare rivierdelta van Noordwest-Europa die we intensief (voor allerlei doelen) gebruiken. In het regeerakkoord is vastgelegd dat de CO₂-uitstoot in 2030 met 55% moet worden teruggedrongen in Nederland. Vanuit de scheppingsopdracht om de aarde te bouwen en te bewaren wil de SGP op een realistische wijze werken aan een hernieuwbare energievoorziening. De allereerste en meest winstgevende maatregel is: zoveel mogelijk energie besparen. Op dit punt valt nog veel te winnen. Denk aan het isoleren van woningen en het verminderen van transportkilometers. Elke kilowatt elektriciteit die je bespaart, hoef je niet te op te wekken.

Concreet:

• Als provincie dienen we ook kritisch naar onszelf te kijken als we energie willen besparen;
• Vergroting van netcapaciteit dient prioriteit te krijgen. Zorg voor korte lijnen van opgewekte energie (dus niet nodeloos rondslepen van opgewekte energie);
• We zetten ons in voor aquathermie en zijn terughoudend met (ultra-)diepe geothermie;
• Verduurzaming van de energievoorziening is een noodzakelijke, maar complexe opgave waarbij we aandacht moeten houden voor draagvlak en realistische mogelijkheden. Het is heel belangrijk dat deze verduurzaming wordt gestuurd en gefaciliteerd door ruimtelijk beleid dat rekening houdt met de gezondheid van inwoners. Verduurzaming van de energievoorziening moet daarom een belangrijke plek krijgen in omgevingsvisies en omgevingsplannen;
• Zo veel mogelijk inzetten op zonne-energie, in het bijzonder op daken. Er is nog voldoende dakoppervlak beschikbaar;
• Op reststukken kunnen zonneweides een goed alternatief zijn voor wind op land, zolang dit niet ten koste gaat van kostbare landbouwgrond;
• We maken een provinciale zonneladder die voorkomt dat zonne-energie opgewekt wordt op kostbare landbouwgrond terwijl er alternatieven voorhanden zijn;
• Participatie van direct betrokkenen is vereist bij zon en wind projecten. Wie de lasten ervaart, heeft volgens de SGP recht op deling in de lusten;
• Getijdenenergie in de Brouwersdam; in het kader van de energiemix, maar ook om de waterkwaliteit in de Grevelingen te verbeteren. Mocht de keuze gemaakt worden om het Grevelingenmeer zoet te laten worden, dan vervalt dit project uiteraard;
• De PZEM-gelden dienen de aandeelhouders en daarmee alle Zeeuwen toe te komen.

Concreet voor energietransitie:

• Restwarmte uit bijvoorbeeld industrie beter benutten voor het verwarmen van woningen in bepaalde wijken in dorpen en steden (stadsverwarming).
• De SGP wil in het kader van de klimaatdoelen de industrie verduurzamen. Daar ligt vooral de oplossing. Dat is vooral een taak van de Rijksoverheid en het bedrijfsleven. Verplaatsen van bedrijven leidt niet tot de oplossing van het probleem. Wel moeten bedrijven meer letten op milieu en gezondheid en minder op winstbejag.
• Energievoorziening met een sterke voorkeur voor dubbel ruimtegebruik;
• Voorstander van energie opwek installaties waar de ruimtelijke claim in verhouding is tot de opgewekte energie. Zeker bij de afstandsnormen die gelden voor windmolens is de ruimteclaim groot;
• Bij nieuwbouw is de voorkeur energieneutraal bouwen;
• Energievraag woningen: niet alle woningen kunnen zomaar van het gas af. Biedt met name voor eigenaren van oudere woningen meer mogelijkheden om te verduurzamen;
• Renteloze leningen voor particulieren die hun huis willen verduurzamen, de overheid moet zorgen voor woonlastenneutraliteit;
• Het aanwijzen van energieadviseurs die consumenten gericht advies kunnen geven bij het verduurzamen van hun woning of bedrijfspand;
• Meer provinciale regie op netwerkverzwaring;
• Meer tijd nemen voor de energietransitie. In verband met de huidige situatie blijven kolencentrales et cetera ook nog nodig! Ook is er meer tijd nodig om oplossingen te bedenken;
• Regelgeving staat energietransitie vaak nog in de weg. Minder regelgeving!
• Negatieve effecten van extra hoogspanningstracés onderzoeken, waar mogelijk ondergronds aanleggen.