Natuurbeheer
Natuurbeheer houdt in dat het faunabeheer (dieren) wordt vormgegeven door middel van wildbeheereenheden. Faunabeheer is nodig om verspreiding van parasieten (sommige dierziektes zijn gevaarlijk voor mensen) tegen te gaan, exoten te weren, te grote wildpopulaties te voorkomen, schade aan infrastructuur en dijken te voorkomen en gewasschade te beperken. Een continue afweging van faunabeheermethoden is noodzakelijk.
De jacht maakt daar een wezenlijk onderdeel van uit. Het is belangrijk dat een populatie in evenwicht blijft. Omdat bijvoorbeeld damherten geen natuurlijke vijanden hebben, breidt de populatie ongecontroleerd uit zodat we genoodzaakt zijn maatregelen te nemen.
Natuurbeheer willen we meer transparant organiseren zodat het provinciaal bestuur beter zicht krijgt op de terreinbeherende organisaties, de inzet en de geleverde prestaties. Daarvoor wordt de kwaliteit van de natuur ook actief gemeten, zodat de ontwikkelingen in gebieden
inzichtelijk zijn en het beleid waar nodig gericht bijgestuurd wordt.
Concreet:
- Bij natuurbeheer heeft landschapsonderhoud door of met behulp van agrariërs de voorkeur boven enkel beheer door gesubsidieerde organisaties;
- Agrarisch natuurbeheer moet voldoende aantrekkelijk worden gemaakt, met ruimte en waardering voor het vakmanschap;
- Natuurbeheer wordt transparanter georganiseerd door meer monitoring en doelgerichte subsidies;
- De provincie zorgt voor een vlotte vergunningsverlening in het kader van de natuurwet;
- De provincie zorgt voor een toegankelijk loket/portaal voor het melden van
gewasschade en voor het adequaat afhandelen daarvan. De 300 euro behandelbijdrage voor het melden van gewasschade moet worden afgeschaft of sterk gereduceerd; - De provincie zorgt voor een adequate bestrijding van stroperij. Dit voorkomt het doden van dieren en bevordert de veiligheid in het buitengebied;
- Het registreren van schade aan dijken door wild (graafschade) is belangrijk en geeft een juridische basis voor doeltreffende bestrijding van deze schades die de veiligheid in gevaar kunnen brengen;
- Weide- en akkervogels moeten worden beschermd tegen predatoren zoals vossen en kraaien. De nachtelijke jacht op vossen dient hiervoor voldoende ruimte te krijgen. Ook buiten het broedseizoen en in een ruime cirkel rond weidevogelgebieden;
- Het aantal ganzen, en de bijbehorende schade aan gewassen, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ook natuurbeheerders zien problemen. De SGP vindt dat waar nodig (ook) in de winterperiode op ganzen moet worden gejaagd;
- Hulpmiddelen zoals lokfluitjes kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan effectieve en diervriendelijke jacht of schadebestrijding. Hier moet voldoende ruimte voor zijn;
- Faunafonds: er moet voldoende compensatie zijn voor boeren die laagdrempelig bereikbaar is;
- De provincie dient voor deugdelijke faunabeheerplannen te zorgen die stand houden bij de rechter om rechtsonzekerheid onder jacht, schade en beheer te voorkomen;
- Goede landbouwgrond mag niet ontpolderd worden. Dit principe blijft ook gelden voor de Hedwigepolder en het hele Westerscheldegebied. Natuurherstel moet zoveel mogelijk plaatsvinden via buitendijkse maatregelen en zo min mogelijk via ontpoldering;
- De traditie van zeegroente snijden voor eigen gebruik moet behouden worden en mogelijk blijven op de eilanden waar mensen wonen.
Terug naar overzicht
Lid worden
Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?
Doneren
Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.
Werk mee
Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.