Boeren komen vaak negatief in het nieuws. Als het gaat om stikstof en fosfaat, dan heeft de boer het altijd gedaan. Maar de SGP wil ook graag de kant van de boer eens horen. Daarom gingen we langs bij Ko Vogelaar, al jaren veehouder aan de rand van Yerseke, en vroegen hem hoe hij het boeren ervaart.
Ko, kun je om te beginnen wat vertellen over jullie bedrijf?
Samen met mijn vrouw Janneke run ik hier een melkveebedrijf met 50 melkkoeien. Onze koeien lopen het grootste gedeelte van het jaar lekker buiten in het weiland, minstens 120 dagen per jaar en minimaal 6 uur per dag. Daardoor kunnen we onze melk als weidemelk verkopen. Iedere dag rond 6:00 uur en 18:00 uur melken we de koeien. Als het tijd is om te melken, haal ik het schrikdraad weg en roep ik de koeien. Meestal komen ze dan zelf naar de melkstal gelopen.
Gemiddeld wordt er ongeveer 1 kalf per week geboren. De mannetjes gaan weg, de vrouwtjes blijven hier en krijgen een naam. Als ze oud genoeg zijn om te melken, gaan we die namen echt gebruiken.
''Van al onze 50 melkkoeien ken ik de namen. We melken geen nummers, maar we melken Flap en we melken Lydia.''
Tegen welke uitdagingen loop je momenteel aan als melkveehouder?
Om te beginnen het stikstofprobleem. Vroeger mocht je onbeperkt kunstmest strooien. Dat deed Jan en alleman dan ook. Dat is natuurlijk ook niet de bedoeling, maar dan had je wel mooi en veel gras. Tegenwoordig heb je daar regels voor en die worden steeds strenger. Dat is best moeilijk. Drijfmest uitrijden mag tussen 1 september en 15 februari niet. Vanaf oktober groeit het gras dus niet goed meer. Vroeger kon je dat dan met kunstmest opvangen, maar dat is nu allemaal gereguleerd. Want na 15 september mag je geen kunstmest meer strooien. Het enige alternatief dat we dan hebben, is het voeren van maïs. Maar gelukkig groeit het gras hier in Zeeland, vergeleken met het oosten van het land, best goed door de weersomstandigheden en de kleigrond.
Fosfaat is een probleem waar we sinds enkele jaren tegenaan lopen. Iedere koe telt voor een bepaald aantal kilo fosfaat, zeg voor het gemak 40 kg. Als bedrijf heb je een quotum waar je niet overheen mag. Ben je daar aan het eind van het jaar toch overheen, dan heb je een economisch delict gepleegd. Dus je moet zorgen dat je koeien op tijd weg zijn. Maar als je de koeien goed voert, dan geven ze veel melk. En als ze veel melk geven, gaan ze meer voor fosfaat tellen. Dus dan is het geen 40 kg, maar 41 of 42 of 43.
''Voor jezelf geeft het dus problemen als ze goed melk geven.''
Dan heb je 2 keuzes: óf minder koeien melken óf van een andere boer fosfaat bijkopen. Een kilo fosfaat kost tussen de 140 en 180 euro. Dus het kost al snel 6.000 euro om een koe te mogen melken.
Heb je het gevoel dat ze in Nederland van de boeren af willen?
Nou, echt van de boeren af willen zal ik niet zeggen. Maar ze maken het ons wel heel erg moeilijk! Je bent altijd aan het rekenen. En dat is op zich nog niet zo erg, maar je weet nooit of de regels volgende week nog hetzelfde zijn. Maar hier in Zeeland is de druk op het milieu niet zo groot, omdat er hier niet veel melkveehouderijen zijn en we veel ruimte hebben. Dus hier is het nog best te doen gelukkig.
In september 2021 ging SGP-Statenlid Hans Rottier langs bij boer Ko in Yerseke om meer te horen over het boeren en de uitdagingen die daarbij komen kijken. Kijkt u ook mee?