17 februari 2021

Onzekerheid voor Zeeuwse Vissers door Brexit regels

Onzekerheid voor Zeeuwse Vissers door Brexit regels

Donderdag 21 januari 2021 berichtte Omroep Zeeland dat de gevolgen van de Brexit-deal voor Zeeuwse vissers slechter uitpakken dan gedacht. In de Brexit-deal is afgesproken dat Europese vissers in Engelse wateren 25 procent minder vis mogen vangen, maar voor elke vissoort gelden andere percentages. En daar zit voor Zeeuwse vissers het probleem. Zij vissen met name op tong, schol, wijting en kabeljauw. Voor deze vissoorten is de afname substantieel, wat een flink verlies betekent voor de Zeeuwse vissers. Bovendien heeft ook Noorwegen, vanwege de houding van de EU in de Brexit-deal, haar vismachtigingen voor Europese vissers in de Noorse wateren ingetrokken.

De visserijsector is een toonaangevende Zeeuwse sector. Het voortbestaan van een deel van de sector wordt nu bedreigd. De SGP vindt dit onacceptabel en heeft daarom eind januari 2021 vragen aan het college van Gedeputeerde Staten. De antwoorden ontvingen we op 9 februari. Deze leest u hieronder, gevolgd door een reactie van de SGP.

Vragen:

1. Welke mogelijkheden ziet het College om de effecten die met name voor Zeeuwse vissers extra negatief uitpakken, te verminderen?

De Brexitdeal die op 24 december 2020 gesloten is, wordt door de Nederlandse visserijsector overwegend als negatief ervaren. Hoewel de gecontinueerde toegang tot de Britse territoriale wateren de vissers tevreden stemt, komt de tegenprestatie in de vorm van een geleidelijke overheveling van gemiddeld 25% van de quota hard aan in de sector. Daarnaast leidt het feit dat in 2026 opnieuw onderhandeld dient te worden met het VK over toegang en voorwaarden, tot onzekerheid. Ter bevordering van de aanpassing aan de nieuwe situatie na de Brexit is door de EU een bedrag van € 600 miljoen voor de Europese visserij beschikbaar gesteld in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Hiervan komt circa € 130 miljoen aan de Nederlandse visserij ten goede. Momenteel worden gesprekken gevoerd tussen ministerie LNV en de visserijsector op welke wijze dit geld binnen de daaraan gestelde criteria ingezet kan worden. Gedeputeerde De Bat neemt als voorzitter van het Bestuurlijk Platform Visserij aan deze gesprekken deel. Daarnaast zullen wij als College, waar nodig en mogelijk, initiatieven van Zeeuwse vissers die een bijdrage kunnen leveren aan het behoud of versterking van de Zeeuwse visserij steunen.

2.Hoe blijft het gelijk speelveld overeind aangezien nu ook Noorwegen zijn vismachtiging heeft ingetrokken, waardoor een aantal kotters daar nu niet meer terecht kan?

Evenals het VK is ook Noorwegen een soevereine rechtsstaat die bevoegd is eisen te stellen aan toegang tot zijn territoriale wateren. Op dit moment is daarover nog geen overeenstemming bereikt tussen de EU en Noorwegen. De gesprekken hierover zijn gaande. Het toegangsverbod geldt voor alle EU-gevlagde schepen.

3. In hoeverre kan het Verenigd Koninkrijk (VK) eisen stellen aan de manier van vissen ten aanzien van bijvoorbeeld pulstechniek? Gaan de randvoorwaarden zo ver dat zelfs de manier van vissen bepalend is voor de machtiging?

Nu het Verenigd Koninkrijk niet langer deel uitmaakt van de Europese Unie, is het bevoegd technische eisen te stellen aan de wijze waarop gevist wordt in de Britse territoriale wateren. Dit betreft ook de maaswijdtes en visserijtechnieken. Zo is pulsvisserij in de Engelse wateren reeds verboden.

4. Hoe kan de zorg van de vissers ten aanzien van randvoorwaarden die het VK kan stellen aan de machtiging van vooralsnog 1 jaar weggenomen worden?

Begin januari 2021 zijn de vismachtigingen voor de Britse wateren voor 2021 door het ministerie LNV afgegeven. De voorwaarden hiervoor zijn duidelijk.

5. Op welke manier kan de toekomst voor nieuwe generaties vissers en een kotter als familiebedrijf gegarandeerd blijven?

Naast de Brexit vormen het verbod op pulsvisserij, de aanlandplicht en de ruimteclaims door andere gebruiksfuncties op de Noordzee serieuze bedreigingen van de Nederlandse kottersector. In de kottervisie (juni 2020) schetst minister Schouten (LNV) het toekomstperspectief voor de Nederlandse kottervisserij. Innovaties, warme sanering, versterking van de handhaving en betere naleving van de regels, internationale samenwerking en aandacht voor garnalen- en andere kustvissers vormen de kernpunten hierin. Voor de uitwerking van deze punten stelt de minister € 119 miljoen beschikbaar. Ook nu de visserijsector het Noordzeeakkoord niet heeft ondertekend, zullen deze middelen beschikbaar worden gesteld.

Actieve inzet Provincie neemt bedreigingen niet weg

SGP Zeeland bemerkt aan de beantwoording van het college de actieve inzet van Zeeland voor het behoud en de versterking van de Zeeuwse visserij. Wel blijkt dat de bedreigingen van de visserij, zoals het verbod op pulsvissen, aanlandplicht, ruimteclaims van onder andere windmolens, Natura 2000 etcetera, helaas nog niet voorbij zijn. SGP Zeeland zal derhalve de ontwikkelingen nauwlettend volgen. Op korte termijn is een overleg gepland met onze Europarlementariër om bij te praten over relevante informatie vanuit Europa.