28 augustus 2020

Ruimte voor oesterkweek op tafels

De SGP-fractie heeft met belangstelling kennis genomen van het artikel in de PZC 'Oesterkwekers willen in Oosterschelde meer ruimte voor kweek of tafels' d.d. 26 augustus 2020. De oesterteelt is een belangrijke en beeldbepalende sector voor Zeeland, ook internationaal gezien.

In het voornoemde artikel wordt aangegeven dat vorig jaar het proefgebied voor kweek op tafels is uitgebreid van 10 naar 50 hectare, maar dat voor een rendabele oesterteelt minstens 400 tot 500 hectare nodig is. Voor het renderen van de oesterkweek is een combinatie van bodem en deels van de grond nodig vanwege de aanwezigheid van de oesterboorder. Om investeringen terug te kunnen verdienen is ruimte nodig en vergunningen voor langere termijnen. Anderzijds geeft Natuurmomenten aan dat ze eerst willen weten wat de effecten van de huidige proeflocaties zijn op de natuur. Naar we begrepen loopt er een onderzoek naar de effecten van de proeflocaties. Wat de SGP-fractie betreft is kweek op tafels een mooie kans om de bedreiging van de oesterboorder te overwinnen. Daarom steldde de fractie onderstaande vragen aan het college van Gedeputeerde Staten:

Vragen:

  1. Wat is de visie op de toekomstige balans tussen visserij, schelpdierkweek, recreatie en natuur in de Oosterschelde?
  2. Hoe wordt er gekeken naar multifunctioneel gebruik van kweeksystemen en gebieden? Zoals bijvoorbeeld gebruik van MZI locaties voor hangcultuur? 
  3. Wanneer zijn de resultaten van het onderzoek bekend en welke partijen doen daaraan mee ten aanzien van de effecten van de proeflocaties op de natuur? 
  4. In welke vorm is de Provincie actief betrokken bij dit plan?
  5. In hoeverre is het off-bottom systeem juist positief voor de natuur, omdat daardoor bij zandsuppleties - die nodig zijn om de zandbanken in de Oosterschelde intact te houden / te brengen - minder schade ontstaat aan de oesterteelt?

Hoogachtend namens de Statenfractie van de SGP,

J.A. Rottier