Snel duidelijkheid over vergunning garnalenvissers

Begin februari stelde de SGP-fractie schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten over de garnalenvisserij op de Westerschelde. Natuurmonumenten wil namelijk dat de garnalenvisserij wordt teruggedrongen, omdat vissers significante schade aan de zeebodem zouden veroorzaken. Woensdag 9 maart hebben wij de antwoorden van Gedeputeerde Staten op onze vragen ontvangen. Daaruit blijkt dat binnen enkele weken duidelijkheid wordt verwacht over de vergunning van de garnalenvissers.

Zijn Gedeputeerde Staten het met de SGP eens dat de visserijsector een belangrijke economische sector vormt in de provincie Zeeland?
Ja.

Deelt uw College de mening van de SGP dat de visserijsector volwaardig moet kunnen functioneren?
Wij zijn van mening dat de visserijsector binnen de wettelijke kaders volwaardig moet kunnen functioneren.

Zijn Gedeputeerde Staten het met de SGP eens dat allerlei projecten in en rond de Westerschelde, zoals baggerwerkzaamheden (in vervuild slib), een veel grotere bedreiging vormen voor het bodemleven dan de garnalenvisserij?
Activiteiten die plaats vinden in het Natura 2000-gebied Westerschelde vinden plaats op basis van een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb). Een eventuele vergunning is gebaseerd op een onafhankelijk wetenschappelijk rapport (een zg. ‘Passende Beoordeling) waarmee wordt getoetst of er mogelijk significant negatieve effecten op de natuurwaarden in het betreffende Natura 2000-gebied zullen optreden. Ingeval van de garnalenvisserij is d.m.v. een Passende Beoordeling onderbouwd dat er geen siginificant negatieve effecten op de bestaande natuurwaarden zullen plaatsvinden. De garnalenvisserij heeft dan ook een Wnb-vergunning verkregen van het ministerie LNV in 2016.
Voor het vaargeulonderhoud Westerschelde is de Wnb-vergunning op 11 februari jl. verleend door het ministerie LNV en zijn in dezelfde week de vergunningen in het kader van de Waterwet en Ontgrondingswet verleend. In de door ons ingediende zienswijzen hebben we gevraagd naar de onderbouwing dat er geen/weinig PFAS in betreffend bagger zit en hebben opgeroepen hierop te controleren en te monitoren. Wij laten ons over de vergunning en de reactie op onze zienswijzen momenteel adviseren door een extern deskundige. In hoeverre baggerwerkzaamheden een grotere bedreiging vormen voor het bodemleven dan garnalenvisserij kunnen wij niet beoordelen.

Kan uw College aangeven hoeveel (Nederlandse en Belgische) garnalenvissers er momenteel actief zijn in de Westerschelde?
Wij gaan er van uit dat tussen de twintig en dertig garnalenvissers actief zijn in de Westerschelde. Volgens de respectievelijke Wnb-vergunningen mogen de Nederlandse vissers gezamenlijk maximaal 3594 uren vissen op de Westerschelde en de Belgische vissers 1022 uren.

Kan uw College inzicht geven in de toe- of afname hiervan ten opzichte van twintig jaar geleden?
Het aantal van twintig tot dertig actieve garnalenvissers is de afgelopen twintig jaar redelijk stabiel gebleven.

Is uw College bereid er bij de minister van LNV op aan te dringen alsnog een cumulatietoets voor Nederlandse garnalenvissers uit te laten voeren, om hen duidelijkheid te bieden omtrent hun vergunning?
Het uitvoeren van een cumulatietoets maakt onderdeel uit van de Passende Beoordeling (PB). Het opstellen van een PB en de daarbij behorende cumulatietoets is een verantwoordelijkheid van de vergunningaanvrager (i.c. de Nederlandse Vissersbond namens de Nederlandse garnalenvissers). Ten tijde van de Nederlandse vergunningaanvraag was niet bekend in hoeverre Belgische vissers in de Westerschelde actief zouden zijn en is derhalve geen cumulatietoets opgesteld. Dit is wel gedaan in de Belgische vergunningaanvraag die op een later moment is ingediend. In een zitting bij de Raad van State (RvS) heeft het ministerie LNV aangegeven dat de cumulatietoets voor de Nederlandse visserij dezelfde is als de cumulatietoets die is opgenomen in de Belgische aanvraag. Over dit standpunt zal de RvS binnen enkele weken uitspraak doen. Om bovenstaande redenen achten wij het niet opportuun er bij de minister op aan te dringen een cumulatietoets uit te laten voeren.