14 oktober 2020
Buikpijndossier Marinierskazerne: een analyse door Joan van Burg
De Marinierskazerne verhuizen van Doorn naar Vlissingen. Een project waar sinds 2011 aan gewerkt wordt door Defensie, en wat op een eigenaardige manier geëindigd is op 20 februari 2020 met een debat in de Tweede Kamer. Heel de oppositie steunde een zeer zeldzame, door de SGP ingediende motie van Afkeuring tegen Staatsecretaris Visser. Dit is in het kort een verhaal van 9 jaar.
Geschiedenis
Sinds 2011 wordt er gewerkt aan de verhuizing van de Marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen. In augustus 2012 is door het toenmalige kabinet het definitieve besluit genomen voor de verplaatsing naar Vlissingen. Vlissingen werd door Defensie zelf onderbouwd als de beste locatie, na een studie met voor- en nadelen van diverse locaties in Nederland. Later is de verhuizing van de Marinierskazerne door het Rijk diverse malen aangegrepen als ‘compensatie’ voor de vele uit Zeeland verdwenen Rijksdiensten in de periode 2000 – 2011 (als gevolg van centralisatie). In die periode zijn ca. 1600 hoogwaardige arbeidsplaatsen verloren gegaan in Zeeland. Meermaals heeft het Rijk in afgelopen decennium aangegeven dat de nieuwe Marinierskazerne daar tegenwicht aan zou bieden met ca. 2000 arbeidsplaatsen en serieuze economische effecten (ca. 28 mln. euro per jaar aan bestedingen) en sociale gevolgen (extra inwoners, etc.). Na de samenwerkingsovereenkomst tussen het Rijk en de Provincie Zeeland in 2015, en daaropvolgend de erfpachtovereenkomst met het Rijk, zijn er tal van volgende overeenkomsten gesloten door de Provincie Zeeland en andere overheden zoals de gemeente Vlissingen en het waterschap Scheldestromen om de voorbereidingen voor de verhuizing te treffen. Land is onteigend, mensen hebben hun huizen moeten verlaten, een camping is verplaatst, grond is gesaneerd en er zijn nieuwe wegen aangelegd. Een groot aantal bedrijven en personeel van overheden is jarenlang bezig geweest met de voorbereidingen voor de nieuwe Marinierskazerne in Vlissingen. De laatste werkzaamheden hiervoor zijn in 2020 uitgevoerd.
Geruchten en geschonden vertrouwen
Ondanks de door het Rijk gesloten overeenkomsten met de Provincie Zeeland, steken steeds vaker geruchten de kop op dat de verhuizing nog niet definitief is. Meermaals komt het project in de Tweede Kamer aan de orde. Onder andere over de kosten worden vragen gesteld. Ook over de personele invulling en technische eisen komen allerlei geruchten, meningen en vragen naar voren. Defensieafdelingen spreken zich ook uit tegen de verhuizing naar Zeeland. Er worden vragen gesteld over de technische mogelijkheden in Zeeland, etc.
In 2012 is door de toenmalige minister aangegeven dat de personele invulling van de nieuwe Marinierskazerne in Vlissingen extra aandacht zou krijgen: ‘’De ervaring met andere verhuizingen van defensie-eenheden leert dat een deel van het personeel dit aanvaardt en dat een ander deel afhaakt en naar een andere werkkring uitkijkt. Dit kan voor de korte termijn een verminderd personeelbestand opleveren. Maar de ervaringen leren ook dat zo’n dip in het personeelsbestand van tijdelijke aard is.’’ Daarnaast: “Het Commando Zeestrijdkrachten zal tijdig op de verhuizing naar Zeeland inspelen met een intensivering van de wervingsinspanning. Bovendien zal die inspanning worden aangepast aan de nieuwe mogelijkheden die de verhuizing naar Vlissingen biedt voor de werving in Zuidwest-Nederland. Deze investering in de werk- en leefomgeving van de mariniers zal naar verwachting het imago van Defensie en het Korps mariniers op de arbeidsmarkt ten goede komen. Dit zijn teksten uit 2012 van de toenmalige minister van Defensie. Oftewel, ruim voor het aangaan van de definitieve overeenkomst in 2014 om de Marinierskazerne in Vlissingen te realiseren werd door het Rijk onderkend dat de personele invulling geen makkelijke opgave zou zijn. Dat die effecten ook echt zouden optreden bij de verhuizing, is dus nooit een nieuw feit geweest en is onderdeel van de afweging geweest in 2014 om wél naar Vlissingen te verhuizen.
Wat mensen en politici in Zeeland dus zeer heeft bevreemd, is dat personele zorgen ook al speelden én onderkend zijn in 2012, en zeker in 2015. En toch heeft Defensie de overeenkomsten gesloten. Dan zou je van een overheid verwachten er ook voor te gaan. En als er vragen zijn, zou je verwachten dat die besproken worden met de contractpartners, in dit geval Provincie Zeeland. Want technisch zou er vast het nodige opgelost kunnen worden. En qua personeel: er is nooit gesteld dat de verhuizing in één keer zou moeten. Een ingroeimodel met een verplaatsing over meerdere jaren, voor Zeeland geen probleem. Maar zulke overleggen over de inhoud zijn er met contractpartner Provincie Zeeland nauwelijks geweest. Wat er wel gebeurd is: Al in 2018 en vooral in 2019 blijken er gesprekken gevoerd te zijn door Defensie met andere regionale en lokale overheden in Nederland, om te bekijken of een andere locatie als Vlissingen een mogelijkheid is. En dat is niet bij gesprekken gebleven. Hele studies zijn gemaakt. Dat is zachtjes gezegd niet chic ten opzichte van je contractpartner (Zeeland). En wat het nog veel erger maakt: Ondanks dat diverse malen informeel en formeel gevraagd is wat er waar was van die geruchten, is dat informeel en formeel meermaals ontkend door het Rijk. Zowel richting Zeeland alsook de Tweede Kamer. Tot eind 2019 toe. De werkzaamheden in Zeeland werden dus gestaag voorgezet. Tot op 14 februari het kabinet twee voorgenomen besluiten neemt: De Marinierskazerne komt niet naar Zeeland én met Zeeland zal een compensatiepakket overeengekomen moeten worden. Een dubbelbesluit dus. Zonder compensatiepakket ook geen andere locatie voor de marinierskazerne.
Teleurstelling
De teleurstelling in Zeeland over het dubbelbesluit is groot. En dat is heel voorzichtig verwoord. Defensie kan normaal op vrij veel steun rekenen in Zeeland. Zeker de marine heeft een lange historie in Zeeland. Als dan juist dat ministerie, maar in algemene zijn ook het Rijk, een mede-overheid op een dusdanige manier misleidt, dan is dat een zeer kwalijke zaak. Het vertrouwen in de Rijksoverheid is geschonden. Ook als SGP Zeeland hebben we dat zo ervaren. En dat vertrouwen is zeker nog niet terug. Als je jarenlang voor de gek gehouden wordt, dan is het niet eenvoudig om weer blanco naar een nieuw dossier te kijken. In het verleden heeft Defensie, en zeker de marine, een rol van betekenis gespeeld in Zeeland. Ten tijde van de VOC en WIC werden vele (oorlogs)schepen in Vlissingen, Middelburg en andere Zeeuwse havens gebouwd. En het korps mariniers is in Vlissingen ‘uitgevonden’ door admiraal Michiel de Ruijter. Vele marineschepen hebben hun kiellegging in Vlissingen meegemaakt. Scheepswerf De Schelde in Vlissingen, nu Damen, is sinds 1875 een marinewerf. Beroemde (marine)schepen zijn hier gebouwd, o.a. veel onderzeeërs. En bijvoorbeeld ook lijnschip de ‘Willem Ruys’, die jarenlang een lijndienst onderhield op Indonesië. Nog steeds worden er bij Damen Schelde Naval Shipbuilding met grote regelmaat marineschepen gebouwd. Voor de Nederlandse defensie, maar ook voor buitenlandse marines. Vele generaties Zeeuwen hebben op de marinewerf gewerkt. En doen dat nog steeds. Nog steeds staat er in Vlissingen een marine kazerne. Geen marinierskazerne, maar een marine kazerne. Al staat die inmiddels wel al een paar jaar leeg (oud en niet meer van deze tijd), want de nieuwe Marinierskazerne zou ook hierin gaan voorzien. Immers, marine personeel wat voor onderhoud van hun schip in Vlissingen moet zijn, of om nieuwe schepen te testen, moet toch ook ergens slapen? En bemanning van buitenlandse marineschepen maakte tot voor kort ook dankbaar gebruik van deze marine kazerne. Ook dat is nu klaar. Over en uit. Dat het geen visitekaartje is t.o.v. buitenlandse marines, dat is wel duidelijk. Hoe dat verder moet? Defensie zwijgt in alle talen, tot nu toe.
Wat is er inmiddels wel gebeurd?
Met het dubbelbesluit in februari, waarbij de afspraak gemaakt is dat er een compensatiepakket moest komen, was het voor het kabinet wel duidelijk dat staatssecretaris Visser dat niet moest gaan doen. Het vertrouwen tussen deze bewindspersoon en de contractpartners in Zeeland was te erg geschonden. Staatssecretaris Knops heeft de taak toebedeeld gekregen om aan een compensatiepakket te werken. Die heeft daarvoor speciaal adviseur dhr. Wientjes aangesteld.
Voortvarend is dhr. Wientjes aan de gang gegaan. De coronacrisis maakte het werk voor hem en zijn team niet makkelijk. Tientallen overleggen zijn gevoerd met regionale en lokale overheden, leden van Provinciale Staten van Zeeland, gemeente Vlissingen, het Waterschap, en vele andere organisaties en belanghebbenden. En rondgangen in Den Haag bij diverse ministeries om te kijken welke mogelijkheden er waren om een compensatiepakket samen te stellen. Veel wensen zijn geuit. Uiteindelijk heeft dhr. Wientjes op 26 juni een compensatiepakket gepresenteerd. Een compensatiepakket waar heel Zeeland in meer of mindere mate van kan profiteren.
De hoofdlijnen zijn:
- JUSTITIE: Om te beginnen komt er op het terrein waar de Marinierskazerne had moeten komen, een ‘Law Delta’: Een justitieel complex waar sterk beveiligde rechtszittingen kunnen worden gehouden en een gevangenis met een extra beveiligde afdeling. Naar verwachting levert het totale complex ongeveer 500 banen op.
- KENNIS: Oprichting van een Delta Kenniscentrum voor voedsel, water en energie op de Kenniswerf in Vlissingen.
- OPENBAAR VERVOER: Een vaste intercity van en naar de Randstad. Ook komt er een proeftuin voor slimme mobiliteit in Zeeland, wordt de stationsomgeving van Vlissingen verbeterd en komt er geld voor een goederenspoorlijn Terneuzen-Gent aan de Oostelijke kant van het kanaal Gent-Terneuzen.
- ENERGIE: Nauwe samenwerking op het gebied van onder meer waterstof en CO2-opslag, om te zorgen dat de Zeeuwse industrie de overstap kan maken naar klimaatneutrale productie.
- ZORG: Onder meer een opleiding voor huisartsen binnen Zeeland en een regionaal gezondheidscentrum in Vlissingen.
- ARBEID: Een extra impuls voor het omscholen van werklozen in Zeeland.
- KLIMAAT: Voor Vlissingen is een plek beschikbaar als proeftuin om een wijk of buurt van ongeveer 500 woningen en andere gebouwen te verduurzamen in het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken.
- EVIDES: De provincie wil graag dat het drinkwaterbedrijf wordt afgesplitst van PZEM, vanwege de belangrijke publieke taak van het waterbedrijf. Onderzocht wordt of het Rijk de regio hierbij kan ondersteunen. Als dit lukt, dan betekent dit dat elke Zeeuwse gemeente en de Provincie Zeeland jaarlijks dividend gaat ontvangen. Zij zijn immers allen aandeelhouder, alleen gaat op dit moment het dividend naar PZEM. Het jaarlijkse dividend zou voor alle Zeeuwse gemeenten en de Provincie Zeeland enkele miljoenen euro’s aan inkomsten betekenen. De precieze hoeveelheid dividend hangt af van de grootte van het aandelenpakket per gemeente en uiteraard van de winstgevendheid van Evides. Maar met dat laatste zit het wel goed, het waterbedrijf doet het uitstekend. Deze maatregel uit het compensatiepakket zou, als die gerealiseerd wordt, door heel Zeeland dus neerslaan en daarmee ook in alle delen van Zeeland een verbetering geven.
Als alles wat hierboven beschreven is doorgaat, dan komt dat neer op ca. 650 miljoen euro aan investeringen en ca. 1000 banen op de lange termijn.
En uiteraard, naast al deze plannen, gaat het Rijk de kosten voor de reeds gedane investeringen (zoals wegen, onteigeningen, verplaatsingen, sanering etc.) vergoeden. De Zeeuwse contractpartners hebben daar een gedetailleerde rekening van opgemaakt, die door externe accountants is nagekeken in opdracht van speciaal adviseur Wientjes. Deze rekening is grotendeels geaccepteerd en zal voldaan worden door het Rijk.
Blij mee?
10 juli 2020 is dit compensatiepakket in Provinciale Staten besproken. Als Zeeuwse SGP-Statenfractie hebben we daar uitvoerig over nagedacht. Wat ons betreft had het compensatiepakket er wel anders uit mogen zien. Onderwijs had zwaarder mogen meedoen. Dat geeft jongeren immers meer mogelijkheden om in de provincie te blijven na afronding van de middelbare school. Zeeland heeft een goed aangeschreven Hogeschool (HZ University), een kleine universiteit (Roosevelt Academy) en goede MBO scholen (Hoornbeeck, Scalda). Maar met meer opleidingen blijven er simpelweg ook meer jongeren in de provincie studeren. En bestaat de kans dat ze in Zeeland werk vinden.
Ook qua andere voorstellen had het wel concreter gemogen. Nog lang niet alle plannen zijn goed uitgewerkt, dat moet in de toekomst allemaal nog gebeuren.
Maar het alternatief, het Rijk middels een juridische procedure dwingen tot ‘nakoming’ van de overeenkomsten uit 2014 en 2015, leek ons niet haalbaar. Als Provincie en Rijk kom je elkaar zo vaak tegen. Zo’n juridische procedure zou een enorme ‘sta-in-de-weg’ worden bij heel veel andere dossiers. En de vraag is, als je de contracten tot achter de komma gaat uitpluizen, wat precies de juridische positie is. Hier komt ook het gezegde om de hoek kijken: Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen. Nakoming eisen middels een juridisch traject, oftewel eisen dat de Marinierskazerne alsnog komt en dat de overeenkomsten uit 2014 en 2015 nageleefd gaan worden, lijkt ons vrij onwaarschijnlijk. Het Rijk wil immers niet. En als de wil er niet is, gaat er zeker een weg gevonden worden om het gewoon niet te doen. Dat kan heel erg lang gerekt worden. Ook daar wordt in Zeeland niemand beter van.
Als SGP-fractie hebben wij uiteindelijk de afweging gemaakt dat een juridisch traject misschien wel enige kans van slagen heeft, maar mogelijk wordt dan na 5 jaar of langer misschien hetzelfde resultaat bereikt in euro’s, of minder. Wij vermoeden -gebaseerd op juridisch advies- dat strikt gekeken, het te compenseren bedrag niet op 650 miljoen gaat uitkomen. De druk vanuit de Tweede Kamer -niet in het minst van de SGP-fractie aldaar- om ruimhartig te compenseren, heeft zeker geholpen om op 650 miljoen uit te komen. En hoe lang gaat zo’n juridisch proces duren? In de tussentijd heb je niets, ook geen euro’s. En wordt er niets geïnvesteerd. Oftewel, de Zeeuwen worden daar niet echt beter van dan van het voorgestelde compensatiepakket.
Uiteindelijk hebben wij als Zeeuwse SGP-Statenfractie dus op 10 juli ingestemd met het compensatiepakket. Is iedereen dan tevreden? Zeker niet. Er zijn nog genoeg wensen over in Zeeland. Wensen die ook onderdeel hadden kunnen zijn van het compensatiepakket. Zoals een tolvrije Westerschelde tunnel, een waterstoffabriek, een nieuwe universiteit, etc. Allemaal dingen waar Zeeland in meer- of mindere mate blij van zou worden, maar die in het proces van het opstellen van het compensatiepakket niet haalbaar zijn gebleken. Het zij zo. In ieder geval inspiratie om deze dingen op landelijk niveau te blijven agenderen. SGP Zeeland kent de weg naar Den Haag.
Hoe nu verder?
Het is belangrijk dat er een bestuursakkoord met het Rijk vastgehecht is aan het compensatiepakket. Alle afspraken liggen daarin vast. Er is een ‘waakhond’ aangesteld die de komende jaren moet toezien op de uitvoering ervan, samen met een stuurgroep vanuit de Zeeuwse contractpartners. En één clausule is heel belangrijk: Als een onderdeel niet doorgaat, zal de ‘waakhond’ samen met het Rijk voor een vervangende maatregel moeten zorgen. We zijn ervan overtuigd dat de uitvoering van het compensatiepakket de komende jaren nog vaak terug zal komen op onze tafels. Om te bewaken dat alles uitgevoerd gaat worden. Of om alternatieven te bediscussiëren in geval een onderdeel niet gerealiseerd kan worden. En wij zien er naar uit om dan onze taak als volksvertegenwoordigers uit te voeren. Controleren en wakker blijven. En we hopen dat Defensie, los van het compensatiepakket waar geen defensieonderdelen in zitten, zelf ook nog goed nadenkt over een manier om hun historische band met Zeeland terug aan te halen. Er zijn immers in het verleden al de nodige onderzeeërs gebouwd, en er staat nog een leegstaande marine kazerne die om invulling wacht...